Veel goed opgeleide beroepsbeoefenaren verlaten hun land van herkomst na hun opleiding of studie om te profiteren van betere beroepsmogelijkheden in andere EU-landen of derde landen. Dit leidt tot een "braindrain", vooral in structureel zwakke regio's en landen met lagere lonen. Om de knowhow in het land van opleiding te behouden, is het de verantwoordelijkheid van de EU en haar lidstaten om op te treden tegen de braindrain. Ervoor zorgen dat dit een complexe taak is, maar niet onmogelijk, dus in de volgende punten vindt u ideeën om deze afgestudeerden te binden aan het land van training. Financiële prikkels om te blijven • Steun voor bedrijven: Bedrijven die afgestudeerden uit hun eigen land in dienst nemen, zouden in de hele EU kunnen worden gesubsidieerd, bijvoorbeeld door middel van loonsubsidies voor de eerste jaren van tewerkstelling of belastingverlichting. • Belastingvoordelen voor afgestudeerden: Degenen die ten minste vijf jaar na hun afstuderen in hun land van herkomst werken, kunnen in de eerste paar jaar lagere socialezekerheidsbijdragen of belastingvoordelen ontvangen. • Kredietvoordelen: Degenen die in hun land van opleiding blijven, kunnen profiteren van goedkopere leningen voor residentieel vastgoed of startende bedrijven om hier het punt van betaalbare huisvesting te betreden. Verbetering van de arbeidsomstandigheden