Een kwart van de EU-burgers meldt een handicap te hebben, dat wil zeggen meer dan 100 miljoen mensen. Volgens de Europese Rekenkamer hebben de maatregelen van de EU ter ondersteuning van mensen met een handicap echter slechts een beperkte impact gehad. Mensen met een handicap worden nog steeds geconfronteerd met meerdere vormen van discriminatie en belemmeringen in het dagelijks leven. Veel openbare gebouwen en vervoerssystemen blijven ontoegankelijk. Op de werkplek zijn zij ondervertegenwoordigd en hebben zij onvoldoende ondersteuning om aan het werk te blijven. Kinderen met een handicap hebben moeite om toegang te krijgen tot inclusief onderwijs dat aan hun behoeften voldoet. En ze worden ook geconfronteerd met grote obstakels bij de toegang tot gezondheidszorg, sport, cultuur en politieke participatie. Deze systemische belemmeringen dragen bij tot een aanzienlijk hoger risico op sociale uitsluiting en armoede. Natuurlijk spelen de lidstaten een sleutelrol, maar de EU moet het voortouw nemen en aandringen op krachtiger maatregelen. Hoewel de EU-strategie inzake handicaps 2021-2030 ambitieuze doelstellingen bevat, laat het huidige monitoringsysteem niet duidelijk zien hoe de EU-fondsen het leven van mensen met een handicap verbeteren. Om deze lacunes aan te pakken, moet de EU haar financiering aanzienlijk verhogen om de toegankelijkheid te verbeteren, te investeren in inclusieve onderwijsprogramma’s, initiatieven voor professionele integratie te ondersteunen en bewustmakingscampagnes te lanceren om stereotypen te bestrijden. Het versterken van deze acties is niet alleen een kwestie van rechten, het is van essentieel belang om een eerlijker Europa op te bouwen, waar iedereen met waardigheid en onafhankelijkheid kan leven, ongeacht zijn capaciteiten.