Vanaf het begin heeft de EU integratie bevorderd door middel van onderwijs, cultuur en samenwerking tussen de lidstaten. Daarom wordt in dit voorstel voorgesteld een Europees Jeugdmobiliteitsfonds op te richten, een financieel mechanisme dat jonge Europeanen in staat moet stellen in andere lidstaten te studeren, te werken of stage te lopen. Het hoofddoel ervan is de economische, sociale en culturele belemmeringen voor de toegang tot deze ervaringen weg te nemen en internationale opleiding, het leren van talen, culturele diversiteit en samenwerking tussen onderwijsinstellingen en bedrijven te bevorderen. Hoewel programma's zoals Erasmus+ de academische mobiliteit hebben gestimuleerd, blijft hun bereik beperkt en niet altijd toegankelijk voor iedereen vanwege economische ongelijkheden, taalbarrières of gebrek aan informatie. Dit nieuwe fonds zou tot doel hebben de toegang voor jongeren met verschillende onderwijs- en beroepsachtergronden, met inbegrip van studenten in de beroepsopleiding, jonge werknemers en ondernemers, te verbreden. Daarnaast vraagt de Europese arbeidsmarkt om digitale, internationale en adaptieve vaardigheden, die kunnen worden verbeterd door internationale mobiliteit. De rechtsgrondslag voor dit voorstel wordt ondersteund door de artikelen 165 en 166 VWEU en artikel 14 van het Handvest van de grondrechten van de EU, die onderwijs, opleiding en mobiliteit bevorderen. Verwacht wordt dat dit initiatief zal bijdragen tot het verbeteren van de vaardigheden van jongeren, het versterken van de Europese identiteit en het vergroten van het mondiale concurrentievermogen van Europa.