Mobiliteit binnen de EU is een van de fundamentele pijlers voor het vrije verkeer van personen; burgers worden echter nog steeds geconfronteerd met meerdere belemmeringen, zoals het gebrek aan tariefharmonisatie of de versnippering van systemen en middelen voor het verkrijgen van een vervoersbewijs in verschillende landen. Elk land heeft zijn eigen ticketingsystemen, verschillende exploitanten die niet verplicht zijn om met elkaar samen te werken en verschillen in reisvoorwaarden. In dit verband stellen wij voor één Europees treinkaartje in het leven te roepen, dat burgers in staat zou stellen door heel Europa te reizen met één vervoersbewijs, met de mogelijkheid om de Europese spoorwegmarkt te integreren en de toegang tot de bevolking te vergemakkelijken via een uniform digitaal systeem dat het mogelijk maakt reserveringen tussen verschillende spoorwegmaatschappijen uit verschillende landen te beheren. Het voorstel is gebaseerd op artikel 26 VWEU en op Richtlijn 2012/34/EU. Een van de belangrijkste obstakels is het gebrek aan interoperabiliteit van treinen (verschillen in elektrificatiesystemen en spoorwijdte). Daarom is het van essentieel belang vooruitgang te boeken bij de eenmaking van spoorweginfrastructuren en het ERMTS volledig ten uitvoer te leggen. Dit voorstel gaat vergezeld van een concurrerend prijsbeleid voor goedkope vluchten, die schadelijker zijn voor het milieu. Ten slotte zal meer geïntegreerde en toegankelijke mobiliteit de waarden van de EU weerspiegelen.